De zon schijnt en mijn moeder zit met de ogen dicht te genieten van de ochtendzon.
Een glimlach om de mond.
‘Hoor je de vogels fluiten?’
Ze knikt.
Isabel, onze grote donkerbruine adoptiehond, ligt naast haar.
Merlijn, onze kleine huisgenoot, ook geadopteerd, op het gazon.
Vrede.
Hoewel mijn moeder volledig afhankelijk is, leeft zij een zo normaal mogelijk leven.
We wandelen in het park.
Maken een ritje met de rolstoelfiets naar het bos.
Of drinken een kopje koffie in de stad.
In haar eigen keuken kook ik het eten dat zij lekker vindt.
Ze gaat iedere ochtend onder de douche.
We werken niet met tilliften. We hebben een systeem waarbij ze zelf haar spierkracht gebruikt.
Er gaat nooit meer iets fout met de medicijnen.
Niemand laat haar meer vallen.
Mijn moeder gaat op vaste tijden naar het toilet.
We nemen alleen mensen aan die een duidelijke klik met mijn moeder hebben.
En mijn moeder met hen.
Mensen die bereid zijn te leren en die begrijpen dat correcties niets te maken hebben met persoonlijke kritiek, maar met het welzijn van mijn moeder.
Er is rust.
En vrede.